Gezondheid

Gezondheid is één van de twee universele menselijke behoeften om maatschappelijk te kunnen participeren.

In het schema zien we zes intermediaire behoeften die we onder gezondheid zouden kunnen plaatsen. Toch moeten we voorzichtig zijn. In de realiteit zijn deze intermediaire behoeften niet zo strikt te plaatsen onder één van beide universele behoeften. Een niet-adequate huisvesting, bijvoorbeeld, kan schadelijk zijn voor de gezondheid, maar vaak beperkt het ook de veiligheid en de handelingsmogelijkheden.

Onder het tabblad gezondheid gaan we dieper in op deze zes intermediaire behoeften. Voor iedere intermediaire behoefte worden er criteria opgesomd, wordt er een korf samengesteld en wordt tenslotte de kostprijs van deze korf berekend.

Dan rest ons nog de moeilijke en vaak subjectieve vraag: wanneer is men gezond?

 

K.H.Kempen Vlaamse overheid CSB ULG

Close

Menselijke behoeften

Merk op dat we hier spreken over menselijke behoeften en niet over basisbehoeften. Basisbehoeften verwijzen vaak te eenzijdig naar materiële behoeften, zoals de behoefte aan eten en drinken, warmte, rust, seks, enz. Deze materiële behoeften hebben mensen gemeen met andere levensvormen. Immateriële behoeften, zoals de behoefte aan betekenis, identiteit of sociale verbondenheid onderscheiden mensen van andere levende wezens. Mensen willen betekenis geven aan hun dagelijkse bestaan. Mensen zijn sociale wezens, niet zozeer omdat ze elkaar nodig hebben om te overleven, wel omdat ze een fundamentele behoefte hebben aan sociale verbondenheid. Door te functioneren in formele of informele netwerken bouwen mensen een eigen identiteit op en krijgen ze inzicht in de waarden, normen en verwachtingen die in de samenleving gelden.

Close

Een gezond lichaam

Wanneer beschikt iemand over een gezond lichaam? Iemand met een hartafwijking zal waarschijnlijk geen lange afstanden lopen. Ook een zwaar zieke kankerpatiënt is hiertoe niet in staat. Hoewel beiden niet beschikken over een goede gezondheid, zullen we ze niet allebei als “ziek” beschouwen. De bedlegerige, terminaal zieke patiënt voelt zich waarschijnlijk ook echt ziek en zijn ziekte verhindert hem om nog deel te nemen aan het sociale leven. Heel wat posities in diverse maatschappelijke instituties zijn voor hem niet langer toegankelijk. De hartpatiënt echter voelt zich misschien niet echt ziek. Hoewel lange afstandenlopen voor hem niet mogelijk is, kan hij wel een heleboel andere handelingen stellen die hij plezierig vindt of die noodzakelijk zijn voor zijn dagelijks functioneren in diverse maatschappelijke netwerken en instituties.

Met dit voorbeeld willen we aantonen dat, vertrekkend vanuit symptomen, het niet mogelijk is om een objectieve, universele definitie te geven van gezondheid. Doyal & Gough stellen daarom voor om naar de gevolgen van deze symptomen voor het dagdagelijkse handelen te kijken. De kankerpatiënt voelt zich ziek én kan door zijn ziekte zijn eigen leven niet langer vorm geven zoals hij het graag ziet of zoals anderen dat van hem verwachten. De gezondheidstoestand van de hartpatiënt kan wel als voldoende bestempeld worden indien zijn ziekte hem niet hindert om deel te nemen aan het maatschappelijke leven en zijn sociale rollen hierin te vervullen. Deze benadering van gezondheid/ziekte sluit sterk aan bij de wijze waarop de WHO naar de gezondheidstoestand van mensen kijkt. Door gegevens over de ziekte te combineren met gegevens over het menselijk functioneren, kan een ruimer én zinvoller beeld gegeven worden over de gezondheidstoestand van individuen. Het menselijk functioneren (lees: handelen, participeren) wordt door de WHO steeds bekeken vanuit de complexe relatie tussen een aandoening of ziekte enerzijds en de persoonlijke en omgevingsfactoren anderzijds. Zo kan dezelfde hartpatiënt wel verhinderd worden om buitenshuis te werken in een samenleving waar de gezondheidszorg minder goed is uitgebouwd.

Close